dinsdag 5 oktober 2010

Uitlaatklep

Ik heb iets nodig. Iets waar ik kan huilen, boos kan worden, gedachten kan delen, mezelf kan zijn. En ik heb gelukkig hele lieve mensen om me heen, maar toch is dat soms niet genoeg. Soms heb ik dit log nodig.

Het gaat namelijk nog steeds helemaal niet goed met me. En niemand weet wat er met me is, behalve dat het heel duidelijk is dat mijn darmen helemaal niet goed werken. De diagnose staat nog steeds op PDS. Ik heb vreselijk vaak en veel pijn, de afgelopen maand zelfs zo vaak en veel dat ik niet lang kan zitten en ik het grootste gedeelte van de dag in bed doorbreng. Ik heb moeten accepteren dat ik geen stage kan lopen, niet kan werken, dit jaar waarschijnlijk niet afstudeer. Ik heb het moeilijk.

Mijn lief is zo lief. Hij raakt het niet zat om voor me te zorgen, accepteert mijn woede- en huilbuilen, hij wil nog steeds voor altijd bij me blijven. Het kost me mpoeite me over te geven aan het ziekzijn, ik vind het moeilijk dat ik dingen niet zelf kan, dat ik dingen moet vragen. Zelfs als ik weet dat hij het niet erg vindt omdat hij alleen maar wil dat ik me beter ga voelen. Net zoals mijn moeder dat zou willen, en mijn vrienden. Ik kan het wel allemaal niet wxedllen, het ziekzijn, het behoeftig zijn, maar ik bxe9n het wel.

Na maanden pijn wil ik zo graag weer dingen doen. Ik wil weer zangles, ik wil leren, ik wil collega's. Ik wil 's avonds naar bed gaan met het idee dat de dag nuttig is geweest. Allemaal dingen die mijn lichaam me onmogelijk maakt. En mijn hoofd kan het niet meer aan.

Ik heb mijn meest heftige periodes hier op deze plek op het www gekwakt, toen Andreas 5,5 jaar geleden overleed, en ik meegesleept werd door verdriet. Ik ken mijn donkerste gedachten en grootste huilbuien. Nu zorgt een lijf dat niet wil, met een hoofd dat wel wil, ook voor verdriet. Maar ik kom er niet meer uit, deze keer. Ik kom niet tegen de heuvels op en blijf in de dalen hangen. Ik weet wel dat ze er zijn, die heuvels, maar ik heb een duwtje nodig. De duwtjes van de lieve mensen om me heen helpen niet voldoende.

Vorige week ben ik voor het eerst bij de psychologe geweest die gaat proberen mij te helpen die heuvels op te komen en de dalen minder diep te maken. Samen met mijn MDL-arts wil zij ervoor zorgen dat mijn gezondheid herstelt, psychisch en lichamelijk. 

Ik heb het moeilijk. En er zijn veel lieve mensen maar er zijn ook mensen die het niet snappen. Die het chronisch ziekzijn vergelijken met een griepje. Die niet snappen dat als niemand weet wat er mis is met je lijf, je niet meer durft te denken, ach, het zal binnenkort wel beter gaan. Want hoe vreselijk graag ik dat ook zou willen, ik heb dat te vaak gedacht het afgelopen jaar. Ik pest mezelf, als ik dat blijf denken. Ik hoop het zo. Maar ik weet ook dat ik niet zomaar beter zal zijn. Dat mijn hoofd en mijn lijf zullen moeten wennen aan geen pijn hebben. En dat mijn darmen waarschijnlijk de rest van mijn leven lastig zullen zijn. Want ik ben ziek. Chronisch ziek. En ik moet leren daarmee om te gaan. Met hulp van mijn psych en arts. Met hulp van mijn lieve lief, ouders en vrienden. En, hoop ik, met een beetje hulp van mijn oude vertrouwde plekje hier. Mijn nieuwe oude uitlaatklep.