dinsdag 28 december 2010

De wereld draait door

Ik heb het moeilijk. Dat wil ik niet, maar het is zo. Het is niet alleen de pijn. Het is het ziek-zijn dat me nekt. Het voelt alsof de wereld draait en ik er naast sta te wachten tot ik weer mee kan draaien. En het duurt me allemaal te lang. Ik wil aan de slag, stage lopen, leren. Ik wil zo moe zijn dat ik in slaap val op de bank, maar wel doordat ik veel gedaan heb. Niet omdat ik de hele dag, week, maand, pijn heb en dat al mijn energie opslokt. Ik wil sporten, mijn lijf weer fit krijgen, maar de energie zit al in blijven staan. Tegenslag na tegenslag en mijn lijf knokt door maar betaalt wel de prijs. Net als mijn hoofd. Ik verander langzaam in een ziek mens, en niets meer dan dat. En dat wil ik niet. Het komt wel weer goed. Dat weet ik wel. En misschien volgende maand al. Wie weet. Ik zal nooit meer helemaal gezond zijn. Maar ik wil weer leven. Meedraaien met de wereld.

dinsdag 5 oktober 2010

Uitlaatklep

Ik heb iets nodig. Iets waar ik kan huilen, boos kan worden, gedachten kan delen, mezelf kan zijn. En ik heb gelukkig hele lieve mensen om me heen, maar toch is dat soms niet genoeg. Soms heb ik dit log nodig.

Het gaat namelijk nog steeds helemaal niet goed met me. En niemand weet wat er met me is, behalve dat het heel duidelijk is dat mijn darmen helemaal niet goed werken. De diagnose staat nog steeds op PDS. Ik heb vreselijk vaak en veel pijn, de afgelopen maand zelfs zo vaak en veel dat ik niet lang kan zitten en ik het grootste gedeelte van de dag in bed doorbreng. Ik heb moeten accepteren dat ik geen stage kan lopen, niet kan werken, dit jaar waarschijnlijk niet afstudeer. Ik heb het moeilijk.

Mijn lief is zo lief. Hij raakt het niet zat om voor me te zorgen, accepteert mijn woede- en huilbuilen, hij wil nog steeds voor altijd bij me blijven. Het kost me mpoeite me over te geven aan het ziekzijn, ik vind het moeilijk dat ik dingen niet zelf kan, dat ik dingen moet vragen. Zelfs als ik weet dat hij het niet erg vindt omdat hij alleen maar wil dat ik me beter ga voelen. Net zoals mijn moeder dat zou willen, en mijn vrienden. Ik kan het wel allemaal niet wxedllen, het ziekzijn, het behoeftig zijn, maar ik bxe9n het wel.

Na maanden pijn wil ik zo graag weer dingen doen. Ik wil weer zangles, ik wil leren, ik wil collega's. Ik wil 's avonds naar bed gaan met het idee dat de dag nuttig is geweest. Allemaal dingen die mijn lichaam me onmogelijk maakt. En mijn hoofd kan het niet meer aan.

Ik heb mijn meest heftige periodes hier op deze plek op het www gekwakt, toen Andreas 5,5 jaar geleden overleed, en ik meegesleept werd door verdriet. Ik ken mijn donkerste gedachten en grootste huilbuien. Nu zorgt een lijf dat niet wil, met een hoofd dat wel wil, ook voor verdriet. Maar ik kom er niet meer uit, deze keer. Ik kom niet tegen de heuvels op en blijf in de dalen hangen. Ik weet wel dat ze er zijn, die heuvels, maar ik heb een duwtje nodig. De duwtjes van de lieve mensen om me heen helpen niet voldoende.

Vorige week ben ik voor het eerst bij de psychologe geweest die gaat proberen mij te helpen die heuvels op te komen en de dalen minder diep te maken. Samen met mijn MDL-arts wil zij ervoor zorgen dat mijn gezondheid herstelt, psychisch en lichamelijk. 

Ik heb het moeilijk. En er zijn veel lieve mensen maar er zijn ook mensen die het niet snappen. Die het chronisch ziekzijn vergelijken met een griepje. Die niet snappen dat als niemand weet wat er mis is met je lijf, je niet meer durft te denken, ach, het zal binnenkort wel beter gaan. Want hoe vreselijk graag ik dat ook zou willen, ik heb dat te vaak gedacht het afgelopen jaar. Ik pest mezelf, als ik dat blijf denken. Ik hoop het zo. Maar ik weet ook dat ik niet zomaar beter zal zijn. Dat mijn hoofd en mijn lijf zullen moeten wennen aan geen pijn hebben. En dat mijn darmen waarschijnlijk de rest van mijn leven lastig zullen zijn. Want ik ben ziek. Chronisch ziek. En ik moet leren daarmee om te gaan. Met hulp van mijn psych en arts. Met hulp van mijn lieve lief, ouders en vrienden. En, hoop ik, met een beetje hulp van mijn oude vertrouwde plekje hier. Mijn nieuwe oude uitlaatklep.

dinsdag 22 juni 2010

Normaal

Daarnet zat ik in de internationale trein van Duivendrecht naar Hilversum. Het was niet heel druk, maar de coupxe9 was ook zeker niet leeg. Rechts van me zaten twee Duitsers, daar achter een jongeman met een krant. Voor mij zat een ouder echtpaar. Achter mij een man met een meisje. Ik kon ze niet zien, maar hoorde het meisje zeggen dat de stoelen zo zacht waren en ze vroeg zich hardop af hoe lang de reis nog zou duren.

Nadat ik T-Mobile had lopen vervloeken omdat de verbinding van mijn mobiel weer eens weg viel, liep de man die achter mij zat naar voren. "Pardon, mag ik u iets vragen", vroeg hij het echtpaar voor mij, "zou ik even mogen bellen, ik ben mijn mobiel vergeten. Ik kan u ervoor betalen." Helaas had mevrouw haar telefoon uitstaan omdat ze net uit het vliegtuig kwam en meneer keek naar buiten. Hij probeerde het bij de krantlezende jongen. "Ik heb geen beltegoed." De Duitsers verstonden hem niet. Hij wilde het al opgeven en liep terug naar zijn plek toen ik hem mijn telefoon aanbood. Met een schuin oog keek ik op het schermpje en zag dat er gelukkig weer wat verbinding was, anders was het wel een heel loos aanbod geweest. 

De man belde, hing weer op, en had al wat kleingeld in zijn hand dat hij mij aanbood. Ik weigerde, natuurlijk.

Wat is dit voor rare wereld als we elkaar met zo iets makkelijks niet even willen helpen? Ik hoop van harte dat als ik ooit zonder mobiel zit ik gewoon mag bellen van iemand...

donderdag 17 juni 2010

Acht maanden

Ik was best wel ziek. Nou ben ik wel vaker ziek dus is dat behalve vervelend niet echt iets bijzonders. Ik ga dan gewoon door met school/werk, of ik val neer en wacht gedwongen tot ik me beter voel. Maar de afgelopen acht maanden, sinds oktober, was ik best wel ziek. Ik ben nog nooit acht maanden ziek geweest. Ik ben er achter gekomen dat je niet acht maanden "gewoon" kan doorgaan. Maar ik kon ook niet wachten tot ik beter zou worden. Dat wist ik toen de arts zei dat het wel een half jaar kon gaan duren voor ik me weer een beetje normaal zou voelen. Mits ik medicijnen zou blijven slikken. Dat was in januari.

Ik was dus best wel ziek. Ik was net twee maanden mijn ouderlijk huis uit. Mijn lief maakte elke twee weken een reis. Als hij er was zei hij lieve dingetjes en aaide over mijn buik. Maar ik werd maar niet beter. Als ik naar school was geweest stortte ik thuis in. Als ik niet naar school ging lag ik huilend van de pijn op de bank. Als ik had gewerkt moest ik het hele weekend bijkomen om maandag weer naar school te kunnen.

Als mijn lief thuis was deden we ons best om leuke dingen te doen. Een paar dagen Luxemburg in december. Strompelend door straatjes, soms minutenlang tegen elkaar aan stilstaan, wachten tot ik me weer bewegen kon en elke avond vroeg naar bed. Maar wat zagen we mooie dingen samen en wat was het fijn. We waren dichter bij elkaar gekomen. Ik heb de hele terugweg geslapen.

Ik was best wel ziek. In maart kreeg ik een endoscopie. Ik mocht anderhalve dag niks eten, maar na twee glazen laxeermiddel en nog zes te gaan had ik daar ook niet bepaald behoefte aan. Na de endoscopie zat mijn buik vol lucht. Pas na vijf dagen kwam die lucht eruit. Lucht doet pijn.

Ik begon aan een minor filosofie. Weinig lesuren, veel thuiswerken. Dat betekende veel kunnen slapen voor, tijdens en na het leren. Mijn lief moest regelmatig weg. Ik zou het fijn hebben gevonden als ik me minder rot voelde als hij er wxe9l was. Maar mijn lijf luisterde niet. Eind maart had ik er genoeg van. Huilend snikte ik tegen de borst van mijn lief dat ik niet meer ziek wilde zijn. Mijn lijf was er zo moe van. Ik voelde me oud. Ik gunde mijn lief een gezond meisje, geen ziek oud mens. Hij kuste me en fluisterde dat hij mxedj dat toewenste. 

Eind april gingen we een paar dagen naar Barcelona. Voor het eerst samen met mijn lief weg zxf3nder overheersende pijn. Nog steeds veel uitrusten, vroeg naar bed, rekening houden met mijn buik, maar minder pijn.

Eind mei realiseerde ik me dat het beter ging. In plaats van xe9xe9n stap vooruit en twee achteruit, werd het twee stappen vooruit, xe9xe9n achteruit. Toch werd alles me soms teveel. Dat klinkt dramatisch, en zo voelde het ook. Ik was zo moe van het vechten tegen ziek zijn, zo moe van proberen positief te zijn, zo moe van dingen wel willen maar niet kunnen. In de tijd dat ik mijn lief ken ben ik langer ziek geweest dan gezond. Dat klopt niet. Het mocht wel over zijn van me. Het mag wel over zijn.

Pas sinds een week of twee, drie, realiseer ik me hoe ziek ik was. Hoe rot de afgelopen acht maanden geweest zijn. Hoe vaak ik te moe was of te veel pijn had voor school, werk, vrienden. Hoe ik veel te vaak kreunend van pijn op de bank heb gelegen. Hoe onzeker ik op momenten ben geweest over onze relatie. Hoe bijzonder het is dat mijn lief nooit genoeg kreeg van voor mij zorgen. Hoeveel impact mijn ziekzijn heeft gehad op mijn schoolwerk.

Mijn lief is nu in Zuid-Afrika aan het werk. Hij is daar zolang het Nederlands elftal aan het WK meedoet. In januari zei ik tegen hem dat ik in ieder geval beter zou zijn als hij terug zou komen uit Zuid-Afrika. Maar ik voelde me maar niet beter. In maart hoopte ik dat ik beter zou zijn als hij terugkwam. Nu is hij daar. Dus dwing ik mijn lijf beter te zijn. Ik moet trouwens nog heel wat inhalen en maken voor school. Dus wil ik beter zijn. Dat heb ik mezelf en mijn lief beloofd. En ik wil niet meer. Ik ben er zo moe van.

zaterdag 13 maart 2010

Een jaar

Bijna twee jaar geleden ontmoette ik mijn lief. Hij was toen nog de lief van een ander en huisgenoot van vriend S. Hij kwam binnen, stelde zich voor, en ik smolt. Ik geloofde niet echt in liefde op het eerste gezicht, begon al te twijfelen of liefde xfcberhaupt bestond of dat liefde verzonnen was om commercixeble redenen. Maar goed, ik zag hem, werd in xe9xe9n klap verliefd en dacht: shit. Want hij had dus een ander. En daar kom ik dan niet aan hxe8. Want zo ben ik niet.

Februari 2009. Het hondje van S. had puppy's gekregen. Ik zou xe9xe9n van die puppy's krijgen, en ik wilde die eerste weken natuurlijk helemaal mee maken. Dus ik kwam vrijwel dagelijks bij S. (en huisgenoot!) over de vloer. Daar begreep ik dat van die ander geen sprake meer was. Toen ging alles ineens in sneltreinvaart. We gingen met z'n allen wat drinken, ik kwam filmpjes kijken, bleef eten en toen ineens sprak ik zomaar met mijn toekomstige lief af zonder S. er bij. Van te voren trillen als een rietje van de zenuwen, maar als we samen waren voelde het vertrouwd. Op een nacht vielen we in slaap op de bank, verplaatsten naar zijn bed en sliepen (ja, sliepen) daar verder.

Wat was ik verliefd. Hoteldebotel onzeker verslaafd verward vastklampen. Alles was hier en nu en vooral gelukkig zijn zolang het duurt.

Nu zijn we een jaar 'samen'. We wonen samen. We kijken samen naar de toekomst. Gister dacht en zei ik voor het eerst: wij gaan samen oud worden. Nog steeds hier en nu en vooral gelukkig zijn, en dat het lang duurt. Ik hou van ons, samen.

zondag 3 januari 2010

Afscheid van 2009

Op deze derde dag van het nieuwe jaar, neem ik officieel afscheid van het vorige. En what a year it was.
Ik zette mijn eerste stappen in televisieland, werd 21 en dus "volwassen", ben voor het eerst buiten Europa geweest, kreeg een hondje, maar vooral beste mensen, ik werd verliefd. En hij op mij.

Voor het eerst zoenen, vrijen, in de wolken zijn. Voor het eerst hand in hand, voor het eerst schoonouders, voor het eerst lepeltjelepeltje, voor het eerst samen op vakantie. Voor het eerst uit huis, voor het eerst samenwonen. Voor het eerst samen een eigen kerstboom, voor het eerst samen naar een verjaardag. Samen uit eten, samen naar de film, samen het hondje uitlaten. Samen naar mijn ouders, samen naar de zijne. Samen in slaap vallen. Samen wakker worden. Samen nieuwjaarskaarten sturen.
Samen de wereld vergeten.

Ja, we zijn verliefd. En soms vind ik het allemaal moeilijk, vind ik hem moeilijk, vind ik het feit dat we ook zoveel apart zijn moeilijk. Soms weet ik niet of hij 'het' wel is. Soms huil ik van frustratie en omdat ik niet weet hoe het hoort, samen zijn en elkaar vrij laten en toch mezelf blijven. Maar als ik snikkend tegen hem zeg dat ik het soms zo moeilijk vind allemaal en in zijn armen kruip.. Als ik zijn stem voel in zijn borst en hem hoor zeggen dat het ook moeilijk xeds, maar dat we samen zijn en het samen kunnen doen... Als hij dan zegt dat hij van me houdt en het soms een beetje eng vindt dat we zo op elkaar lijken.. Dan zweef ik weer. En hij met me. En dan realiseer ik me dat het allemaal niet uitmaakt, dat we nu leven en nu gelukkig zijn en dat het daar toch zeker om gaat.

2009. Het jaar van samen met mamma naar Obama kijken, van werken bij KidsTop20, van twee vakanties. Het jaar vol liefde en alle wat daar bij komt kijken.

2010 begon met Lief en lieve vrienden. Beter kon ik me niet wensen. Ik kruip weer in de armen van Lief. Mijn lief, die steeds meer mijn vriend en maatje wordt, die ik steeds beter begrijp, met wie ik steeds beter kan praten. Mijn gekke, verwarrende lief, die slecht is in op tijd komen, en zijn werk in het buitenland vakantie noemt. Mijn lief die niet van roti en zee en spelletjes houdt. Mijn lief die zoveel weg is dat ik steeds opnieuw moet wennen aan samen zijn. En dan weer aan alleen zijn. Mijn lief die me zo ontzettend gelukkig maakt xe1ls hij er is, dat ik hem al het voorgaande vergeef.

Mijn gekke lief en gekke ik, we zijn 2010 fantastisch begonnen. 2010 zal net als het voorgaande jaar bergen en dalen hebben. Maar ik ben nxfa gelukkig. En dat is fijn.

Ik wens je een jaar vol goede dingen, liefde en gezondheid. Make it fanfuckintastic. I will.