zaterdag 26 februari 2005

Zij en ik

Ik mis haar. Vreemd misschien, maar waar. Ik mis dat ik haar op elk moment van de dag kan opbellen en naar haar toe kan komen. Ik mis met haar lachen, met haar huilen, met haar schreeuwen en met haar zwijgen. En toch mis ik de haar van het afgelopen jaar niet. De haar die het liefst aan zichzelf dacht en over zichzelf praatte. De haar die niet luisterde naar wat ik zei, al hoorde ze het wel. De haar die mij in de rug heeft gestoken. De haar die mij kwetste met dat wat voor mij het belangrijkst was, onze vriendschap. Het verraden van die vriendschap.

En nu ik amper nog met haar praat, en ik zeker niet meer met haar lach, huil, schreeuw en/of zwijg, mis ik haar. Ik moet mezelf vaak ontzettend inhouden als ik aan haar denk, of met haar praat. Het liefst zou ik schreeuwen, krijsen, om in haar kop te stampen wat ze me heeft aangedaan. Want naar gewoon praten luistert ze niet, ook al hoort ze me wel. Maar als ik haar aankijk en zij kijkt terug val ik stil. Ik heb genoeg aandacht, tijd en tranen aan haar besteedt. Als zij me terug wil als vriendin moet ze dat zelf regelen. Ik zal die haar van vorig jaar blijven missen. Maar op dit moment mist zij het meest, al weet ze dat zelf misschien niet.

vrijdag 25 februari 2005

Always

Daarnet was het nummer I will always love you op de radio. Weet je nog, op het laatste schoolfeest? We hebben daar samen op staan dansen. Natuurlijk weet je dat nog, er werd nog weken over nagepraat. Over dat schoolfeest bedoel ik. Nog nooit had ik me zo dicht bij een jongen gevoeld, ook al stonden we niet eens zo heel dicht bij elkaar. Maar die onzichtbare draden tussen ons, terwijl we dansten en de wereld om ons heen vervaagde, hielden ons zo dicht bij elkaar. We hebben op meerdere liedjes gedanst toen maar ik geloof dat dit xe9xe9n van de laatsten was. Ik geloof dat het toen begon. Die idiote verdwaasde verliefdheid van mij. Jouw hand op mijn heup en ik wist niet waar ik moest kijken. Ik wist zeker dat ik zou gaan smelten als ik in je ogen keek, dus bleef ik naar je oor staren. Je moet wel hebben gedacht dat ik niet helemaal goed bij mijn hoofd was maar dat maakte me toen niets uit.

Tussen toen en nu is er veel gebeurd. We zijn vrienden geworden, hele goede zelfs. Je hebt verkering met haar gekregen, en het vorige week weer uitgemaakt, gewoon omdat je niet verliefd meer was. En je deelde de twijfels die je had als eerst met mij. Daar voelde ik me gevleid door, ik betekende blijkbaar xe9cht veel voor je. En toen zei je dat je van me hield. Dat je blij was met een vriendin als ik en dat je me niet zou kunnen missen, waarna ik verrast uitriep dat ik ook van jou hield, heel veel zelfs. En toen.. Nu.. Ik weet het niet meer.

Ik was niet meer verliefd, echt niet. Of nou ja, je was niet meer elke seconde van de dag in mijn hoofd. Af en toe was je er zomaar opeens, als je een geheim met me deelde en we er samen over praatten en verder niemand wist waar we het over hadden. Als je achter mijn stoel kwam staan en je handen op mijn schouders legde. Als je grapjes maakte die alleen ik snapte, of andersom. Dan sprong mijn hart weer op en begon het vreugdedansjes te maken totdat ik besefte dat je een vriendin had. En nu is het uit. En over twee weken is er weer een schoolfeest.

Ik heb mezelf lopen kwellen de afgelopen dagen. Je vindt me leuk, je vindt me niet leuk, je vindt een ander leuk. En alhoewel ik geprobeerd heb het tegen te houden is het weer gekomen, in grote schokken. Die verliefdheid die vanuit je tenen naar je haar stroomt en weer terug. Terwijl ik dit schrijf is Everlasting love op de radio. Misschien ligt dat aan mij, hoor ik alleen de liefdesliedjes en vergeet ik voor het gemak de rest. Misschien moet ik niet zoveel denken en gewoon afwachten. Maar ik ben bang dat een ander dan krijgt wat ik al die tijd, zelfs toen ik het ontkende, wilde. Jou.

Ik ben te onzeker, te afwachtend, te vol hoop. Je hebt me gekwetst op momenten dat ik het niet verwacht had en mijn hart danste op momenten dat ik het niet wilde. Voorlopig blijf ik afwachten.. En misschien.. Wie weet. Over twee weken..

En wat er ook gebeurd, of niet gebeurd, ik zal altijd van je houden. Omdat je bent zoals je bent en we veel gemeen hebben. Omdat we van dezelfde dingen houden en dezelfde muziek. I will always love you.

zaterdag 19 februari 2005

Ik weet

dat ik geluk heb gehad. Dat het die donderdagochtend ook anders had kunnen aflopen. Dat ik nu ook met een zware hersenschudding in het ziekenhuis had kunnen liggen., of met een gehavende nek, rug, buik.

Maar dat vergeet ik, als ik wakker wordt van mijn eigen gekreun van de pijn, als ik me omdraai. Dat vergeet ik, als ik mijn been strek, omdat ik mijn knie even niet voel en vergeten ben dat hij pijn doet, om vervolgens heel boos "au" te roepen. Het is frusterend te voelen hoe je spieren trillen omdat ze verkrampt waren en je daar niks tegen kan doen. Ik heb sinds gister spierpijn van de val aan rechterkant van mijn romp en in mijn nek. Bij bepaalde bewegingen met mijn pols voel ik mijn gezicht vertrekken. En dan voel ik weer mijn neus, waardoor ik nog bozer word.

Ik heb geluk gehad, dat weet ik. Maar dat kan me even niet schelen.

donderdag 17 februari 2005

Hoe het anders verliep dan de bedoeling was..

Ik zag het weer helemaal zitten. Toen ik vanochtend opstond en in de spiegel keek was mijn lip geslonken tot een redelijk formaat en de wondjes en littekens leken minder duidelijk dan anders. Helemaal vrolijk bedacht ik me dat het chloor zelfs wel goed voor mijn huid kon zijn, zoals het afgelopen zomer was. Ik werd om kwart voor tien opgehaald, en met zn vieren gingen we op weg, bij het zwembad hadden we met de vijfde afgesproken.

Na ongeveer tien minuten fietsen gebeurde het. Ik weet niet meer precies hxf3e, maar het stuur van de fiets van mijn vriendin haakte in het mijne en we vielen om, gleden nog een stukje door, en kwamen bovenop elkaar en in de fietsen verwikkeld tot stilstand.

Ik hoorde en zag niets. Ik lag op mijn buik, met mijn benen in een vreemde positie tussen de fietsen. Ik had mijn hand voor mijn neus, hij deed waanzinnig pijn. Voor mijn gevoel lag ik daar eeuwen, later hoorde ik dat de andere twee de fietsen van ons af wilden halen. Plotseling draaide een van heen lichtelijk in paniek mijn hoofd om. Toen ze het bloed zag dat zich snel over mijn neus verspreidde liet ze me snel met rust. Er kwamen snel mensen aan die het vanuit hun auto of fiets hadden zien gebeuren. Alles bleef een beetje vaag todat de fietsen weg waren en iemand me had laten zitten. Exe9n van de omstanders belde 112, de ander op mijn verzoek mijn moeder.

Achter me hoorde ik plotseling de naam van mijn vriendin roepen. Ze gaf geen antwoord, maar er werd gezegd dat ze even moest gaan zitten. Ik werd gek, wilde weten wat er met haar was maar kon mijn hoofd niet bewegen. Even later zat ze voor me, bleek, maar in orde. Ze had schaafplekken op haar handen en was bijna flauwgevallen van de schrik.

Al snel was de politie er. Ze vroegen waar ik last van had, wat mijn naam en adres was, en of er iemand aankwam. Terwijl ik antwoord gaf kwam er een ambulance aan gereden. Toen de ambulancezuster bij me was zag ik mijn moeder aan komen rennen. Eerst werd ze bruut opzij geduwd door de zuster, tot ik zei dat ze mijn moeder was.

De zuster en mijn moeder tilden me naar de ambulance, waar ik werd onderzocht. Op mijn knie zat een grote bult plus schaafwond, mijn enkel deed pijn en was waarschijnlijk gekneusd, Mijn rechterhand was opengeschaafd, en mijn hoofd voelde alsof het ieder moment kon barsten van de pijn.

De zuster voelde, kneep en maakte schoon, terwijl de handen van mijn vriendin ontsmet werden. Toen bleek dat zij verder in orde was zei de zuster tegen mij dat ze me wel graag mee wou nemen, om mijn neus en enkel beter te laten onderzoeken. Op dat moment keek er een hoofd om de deur van de ambulance, de vriend waar we mee hadden afgesproken bij het zwembad. Hij zag er zo geschrokken uit dat ik er van schrok en hysterisch lachtte. Hij zei dat ik hem nooit meer zo moest laten schrikken, ik zei sorry, de deuren gingen dicht. Mijn moeder zat voorin, bij de bestuurder. Onderweg vroeg de uster de idiootste dingen aan me, en ik gaf lusteloos antwoord.

- Wat heb je vanochtend gegeten?
- Een boterham.
- Wat zat er op?
- Hagelslag.
- Ooh wat lekker!

Eh ja. Toen we in de file stonden op de A1 werden de zwaailichten aangezet en we waren al snel in het ziekenhuis. En daar begon het wachten. Het wachten op de dokter, op de zusters, op de KNO-arts die mijn neus wilde onderzoeken. Pas twee uut later was ik weer thuis, waar de rest van de groep me opwachtte en ontzettend opgelucht was dat ik niks ernstigs mankeerde. De rest van de middag hebben we samen doorgebracht. We hebben nagepraat over de gebeurtenis en films gekeken.

Nu zit ik hier dus. Met een gekneusde pols, knie, enkel en waarschijnlijk neus. Dat laatste wist de arts niet zeker dus daar moet ik maandag over bellen. Mijn neus ligt open, net als mijn knie en hand. Behalve dat ik doodmoe ben en koppijn heb, ben ik verder in orde.

Wat een dag.

woensdag 16 februari 2005

Ik haat het!

Morgen ga ik met een groepje zwemmen. Aan de ene kant heb ik er ontzettend zin in, het zijn leuke mensen en goede vrienden. Aan de andere kant.. ben ik gewoon veel te onzeker. Ik weet dat ik me ongemakkelijk ga voelen in bikini, als de wondjes onbedekt zijn. Ik weet dat ik me er niet druk over moet maken, dat het ze waarschijnlijk niet eens opvalt, dat ze me aardig vinden om wie ik ben, en niet om hoe ik eruit zie.. Maar ik maak me er wel druk om. Ik zal het constant weten, en zien. Ik zal mijn huid vergelijken met die van de anderen, en er ongelukkig door worden. Ik zal bang zijn voor elke aanraking, terwijl we allemaal juist houden van knuffelen.. Afijn, jullie begrijpen vast wel wat ik bedoel. Ik wxe9xe9t dat mijn huid niet laat zien wie ik ben, dat mensen er niet op letten, dat het mij het meest opvalt.

Maar ik zit ermee. *diepe zucht*

PS: Vannacht is mn bovenlip zo erg opgezwollen dat ik mijn mond vanochtend niet dicht kon doen. Hij is nu wel een stuk kleiner door een zalfje van de dokter maar het lijkt alsof ik hem heb laten vergroten en er iets mis is gegaan.. Ook dat nog! Waarom kan ik geen normale huid hebben?? Grrr..

Lief dagboek,

Ik kan niet meer
Maar ik wil zo graag
Ik blijf vallen
Elke keer

Ik klamp vast
Want ik wil zo graag
Ik glijd weg
Telkens weer

maandag 14 februari 2005

Ik ben jarig..

Al 1 jaar deel ik.. mijn alles, met het wereldwijde web. Dat is meer dan genoeg reden voor een log.

Toen ik begon dacht ik niet het lang vol te houden. Ben zelfs tijden gestopt, als ik besloot dat het blijkbaar toch niet lukte, een open dagboek bijhouden. Maar elke keer bleek toch dat ik het nodig heb. Het schrijven. Het uiten van mezelf, aan onbekenden. Mensen waarbij het niet uitmaakt hoe ik eruit zie, hoe ik echt ben, of hoe lang ze me kennen. Mensen die me onvoorwaardelijk bijstaan, met een vriendelijk woord. Vreemd maar mooi, hoe belangrijk zoiets voor je kan worden.

Dit is mijn 199ste log. Ik heb op die logs 1281 reacties gekregen. Er waren 25839 pageviews. Statistieken die er eigenlijk niet toe doen. Feit is, ik ben er nog. Na een jaar.

Ik begon dindin klein, onzeker, nog niet echt thuis, en groeide tot mij.
Tot Adinda, tot wat ik ben, tot wat ik blijf.

Liefs, Dindin

dinsdag 8 februari 2005

---

Het is ochtend. Het gras is wit van de rijp. Ik loop buiten met mijn hond aan de lijn. Ik loop langs een grasveld, grenzend aan een woonwijk. Tegenover het grasveld staan huizen. Ik sta even stil, de hond doet haar behoefte, ik loop door. Plotseling gaat er in xe9xe9n van de huizen een deur open en er komt een man naar buiten.

meneer: Je hebt zeker niet toevallig een zakje bij je?
ik: Nee, sorry.
meneer: Kinderen spelen graag op dat grasveld weet je.
ik: Ja dat weet ik.
meneer: Waarom laat je je hond daar dan drukken?
ik: Mijn hond drukt niet op het gras meneer, dat hebben wij haar aangeleerd.
meneer: Maar ik zag die hond daarnet toch echt gaan zitten.
ik: Maar ze heeft niet gedrukt. Vrouwtjes honden doen zittend plasjes.

Het blijft een tijdje stil. Dan..

meneer: Heel goed van je dat je haar niet op het gras laat drukken.
ik: Dank u wel, dat vind ik ook.
meneer: Doei.
ik: Daag.

En meteen was mijn dag goed.

woensdag 2 februari 2005

PLEVA II

Sinds mijn buikgriep heb ik geen antibiotica meer geslikt. Voornamelijk omdat mijn moeder het onzin vond om mijn lichaam vol gif te storten zonder dat het zeker was of het werkte. Ze vond dat ik beter naar de homeopaat kon gaan, en er op een natuurlijke manier vanaf komen. Uieindelijk ging ik er in mee, onder voorwaarde dat ik er binnen twee maanden vanaf moest zijn, en dat zij dan aan de dermatoloog mocht uitleggen waarom die antibiotica niet was opgegaan.

We zijn toen dus naar de homeopaat gegaan. Zij heeft me drie pilletjes gegeven die binnen een week ervoor zouden moesten gaan zorgen dat er verbetering kwam in de conditie van mijn huid. Het kon alleen wel eerst erger worden. Ik was al bang dat ik met een vreselijk angstaanjagend hoofd op school moest komen, maar tot mijn grote opluchting werd het helemaal niet erger.

Maar ook niet beter. Helaas.

Dus. Nu zit ik hier met mijn haren los zodat de plekjes op mijn kaak en rond mijn oren niet te zien zijn. Ik heb camouflagestift over mijn gezicht die de lelijkste plekjes wat minder lelijk maakt. En ik heb het idee dat iedereen meteen ziet dat mijn huid lelijk is, terwijl als ik tegen anderen zeg dat ik PLEVA heb, het ze dan pas opvalt dat mijn huid er niet mooi uitziet. Maar ik zie het. Elke dag. Elk plekje. En ik haat het.

Ik ben jaloers op iedereen met een gave huid, op iedereen die een staart in het haar heeft of kan hebben, op iedereen die gewoon in de spiegel kan kijken zonder meteen te kijken of de camouflage nog wel goed is. Als ik het kon zou ik mijn huid nu meteen ruilen voor een gave huid en er nooit een moment spijt van hebben. Ik krijg morgen nieuwe pilletjes van de homeopaat. Ze kunnen maar beter werken.

Ik word er stapelgek van.