dinsdag 31 januari 2012

Donor

Toen Andreas doodging mocht hij niet sterven. Toen zijn hersenfunctie steeds meer uitviel, mocht hij niet doodgaan. Hij was donor. En wij moesten wachten tot zijn lijf vanzelf opgaf. Ik weet niet hoe die dag voor anderen was. Ik weet dat ik, door het besef heen dat hij elke minuut minder hersenactiviteit had, stom genoeg bleef hopen dat hij wakker zou worden en alles goed zou komen.

Het kwam niet goed. En toen ook het laatste restje minuscule hersenactiviteit verdween, werd hij dood verklaard.

Een dag later belde mijn moeder me 's ochtends wakker, vanuit het ziekenhuis. Opgewonden vertelde ze dat Andreas heel veel organen had kunnen doneren. Hij was jong en gezond en sterk geweest, zijn organen ook. Ik was ergens blij, besefte dat het bijzonder was, maar die vreugde en troost die zij eruit putte voelde ik niet.

Sinds anderhalf jaar lees ik Djuna's log. Ze heeft CF, en had dringend nieuwe longen nodig. Twee keer. En nu heeft ze gezonde longen, en ze lééft. Elke keer als ik haar logs lees word ik zo blij en ben ik zo trots dat iemand van wie ik hield ervoor heeft gezorgd dat iemand nieuwe longen kreeg. Dat iemand een nieuw hart kreeg. Djuna schreef:

In mijn hart is alles anders. 
In mijn hart is het warmer.
Met mijn hart, voel ik het voor altijd. 
Elke seconde: 

Iemand redde mijn leven. 

Ik ben er nog. 



En ik hoop dat degenen die een orgaan van Andreas kregen nog leven. LEVEN. Want nu, door Djuna's log, weet ik hoe de andere kant het kan ervaren. En daar kan ik, net als mijn moeder, vreugde en troost uit halen.

3 opmerkingen:

  1. Ohhhhh wat fijn dat je nu weet en weet wat ik voel! Zo waar...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heftig. Ik heb al 100 jaar een codicil maar sta eigenlijk nooit stil bij wat dat voor mijn naasten moet betekenen (mocht het ooit aan de orde zijn). Dat dubbele wat je ervaarde, kan ik me -denk ik- héél goed voorstellen...

    BeantwoordenVerwijderen