maandag 4 april 2011

Ziekzijn moet je kunnen

Laatst zat ik in de bioscoop met mijn lief en zijn moeder. We gingen naar King's Speech, een goede film trouwens, met een indrukwekkende cast. Het ging niet zo heel goed met me die dag en de rest van de week zou ik alleen maar depressiever worden, door ziekzijn en zorgen en dat té lang. Maar dat wist ik toen nog niet en we gingen naar de bioscoop.
En ineens, BAM, overviel het me. De film was nog niet begonnen en er waren trailers bezig. Bij de trailer van deze film voelde het alsof ik een klap in mijn gezicht kreeg. In de film krijgt een vrouw te horen dat ze kanker heeft. Op een gegeven moment zegt ze ietwat hulpeloos: "ik weet helemaal niet of ik dat kan, ziek zijn". Verdomme, dacht ik. En ik huilde. Want ziekzijn, of het nu dat vreselijke kanker is, of welke andere langdurige ziekte dan ook, dat moet je inderdaad maar kunnen. Je moet leren dat je ziek bent. Het aanpassen, grenzen stellen, hulp vragen, dat moet je maar kunnen. Omgaan met onbegrip en machteloosheid, van anderen maar ook jezelf, dat moet je maar kunnen. Omgaan met de woede en het verdriet. Verdomme, dacht ik. Ik kan dat helemaal niet.
Nú weet ik dat ik dat dus wel kan. Ik zie dat alleen niet op die depressieve momenten, die regelmatig voorkomen. Maar ondertussen ben ik ruim anderhalf jaar ziek en weet ik precies waar mijn grens ligt, ik weet wat mijn lijf kan en wanneer mijn hoofd het opgeeft. Ik móet wel om hulp vragen want ik kán het niet alleen, ziekzijn. Soms voelt het zo vreselijk alleen. Soms lijkt het alsof het alleen maar erger wordt allemaal in plaats van beter. Maar soms zijn er gouden momentjes. En als ik dan gelukkig ben, of trots, of alleen maar even blij, dan weet ik dat ik het kan, ziekzijn. Met alle hulp die ik krijg. En op een dag ben ik niet alleen maar Ziek, maar slechts ziek, terwijl ik leef en leef en leef.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten